mijn naam is thuis

mijn moeder is mijn naam vergeten

mijn kind weet nog niet hoe ik heet

hoe moet ik mij geborgen weten?

 

noem mij, bevestig mijn bestaan,

laat mijn naam zijn als een keten.

noem mij, noem mij, spreek mij aan,

o, noem mij bij mijn diepste naam.

 

voor wie ik liefheb, wil ik heten.

 

(Neeltje Maria Min)

Heb jij je wel eens afgevraagd hoe je aan je voornaam bent gekomen? Wat hij in oorsprong betekent of welk verhaal erachter schuilt? En past jouw naam bij jou als een dekentje, of heb je al je hele leven het gevoel dat hij schuurt en je in de weg zit?

 

Bij je geboorte werd jou een voornaam en achternaam toegekend. Sommige mensen krijgen naast een eigen voornaam, ook die van peters of meters, een overleden familielid of grootouders erbij. Daarmee wordt extra bestendigd dat ze deel uitmaken van een familie. Achternamen worden dan weer van generatie op generatie doorgegeven, volgens strikte regels die door de overheid werden vastgelegd. Via je achternaam wordt het duidelijk tot welke familie je behoort en krijg je een officiële plek in de gemeenschap. 

Op vele plekken in de wereld gaat het proces van naamgeving gepaard met ceremonie en feest. Het natuurlijk ter wereld komen wordt zo via de naamgeving een intreden in een betekenisvolle wereld. Het kleine wezentje is vanaf dan niet zomaar een mens, maar een kind, een zoon of dochter en bestaat via de relaties die het heeft.

Soms krijgt een kind de naam van een overleden familielid, van een godheid, of een naam die uitdrukt wat de ouders het kind toewensen, zoals de voornamen 'Joy' of 'Hope', of men wacht met de naamgeving gewoon tot enkele maanden na de geboorte, omdat men het kind eerst wat beter wil leren kennen en het een naam wil toeschrijven dat past bij het karakter dat het vertoont.


In zijn Tractatus Logico-Philosophicus schrijft de filosoof Wittgenstein dat een naam krijgen is als het omhangen worden met een uniek, kostbaar sieraad. Alsof je pas bestaansrecht krijgt, als je een naam mag dragen, terwijl het eigenlijk gewoon over een opeenvolging van willekeurige klanken gaat.  Ook zonder naam op zich besta je al, maar dus niet in de betekenisvolle wereld die wij er als mensen van maken, zo zegt hij.

 

De gevolgen ervan in de realiteit zijn ongelooflijk groot. Je lijkt pas recht op 'menselijke waardigheid' te hebben, als je een naam draagt. Het kan dan ook als een symbolische daad van ontmenselijking ervaren worden als iemand moedwillig niet bij naam genoemd wordt. Of zoals in het gedicht van Neeltje Maria Min: noem me bij mijn naam en erken daarmee mijn bestaan.


Ook als iemand dement geworden is, zichzelf niet meer herkent of overleden is, blijft het dezelfde persoon, die we via diens naam blijven eren. Kortom, we identificeren personen met hun naam, en het vraagt dan ook enorm veel aanpassing als iemand zijn naam van dag 1 op dag 2 verandert, bijvoorbeeld om de smet te ontlopen die er na een publiek vernederende gebeurtenis op zijn naam is gekomen, of na een geslachtsverandering. Verandering van naam gaat gepaard met verandering van identiteit, en dat is zowel voor de persoon als voor zijn omgeving vaak een ingrijpend proces. 

 

Zoals we de typische gang of houding van iemand verbinden met zijn diepte identiteit, zo doen we dat immers ook met iemands naam. Desnoods geven we elkaar bijnamen, als koosnaampje, om hen te typeren of om hun plek in de gemeenschap te benadrukken. Een mens houdt nu eenmaal van overzicht...